Carlo’s ouders zijn ongerust. Hun zoon kan maar niet zwijgen over ‘de tijger in hem’. Voortdurend legt hij met handen en voeten uit wat de tijger allemaal kan, hoe snel hij wel niet is, dat er met deze tijger echt niet gespot kan worden, dat hij zich niet, nooit laat doen, dat hij gevaarlijk is, zich verdedigt als geen ander, en nooit, echt nooit een gevecht verliest. Carlo’s ouders weten geen blijf met de overdaad aan fantasie die Carlo ten toon spreidt, en het geweld in de verhalen van Carlo’s tijger jaagt hen schrik aan… Is hun zoon wel normaal? Dit is toch niet de voorbode van iets ergers? Een psychiatrische stoornis, een geestesziekte, schizofrenie*…?
Ik heb niet die indruk. Ook hier bij mij in de praktijk vertelt Carlo met veel passie over zijn tijger, hij kan moeilijk stoppen en verliest zich in details, maar hij blijft Carlo – een jongen van amper twaalf die net aan zijn eerste jaar ‘grote school’ begonnen is. Ik zeg aan Carlo en zijn ouders dat ik denk dat Carlo’s tijger een boodschap heeft, dat de tijgerverhalen ons iets proberen te vertellen.
Waar komt Carlo’s tijger vandaan?
Carlo is op de lagere school jarenlang vreselijk gepest geweest: elke dag werd hij uitgemaakt, uitgelachen, geslagen en geschopt. Tot een gebroken neus toe. Door de zoon van de directeur. Die keek de andere kant op, en samen met hem de rest van het schoolteam. Ook thuis werd Carlo niet serieus genomen. Daar was geen tijd voor: zijn zusje had kanker en Carlo’s ouders waren noodgedwongen vooral daarmee bezig.
– Wanneer is het begonnen, vraag ik, je vriendschap met de tijger?
– Dromen van de tijger doe ik sinds deze grote vakantie, zegt Carlo. En hem voelen vanbinnen dat is sinds ik naar mijn nieuwe school ga.
– Wat zou de tijger doen als iemand je op je nieuwe school begint te pesten en pijn te doen?
– Vechten, zegt Carlo luid. Hij lacht en krult zijn handen tot klauwen, doet alsof hij aanvalt. Deze keer laat ik me echt niet doen, zegt hij, ik heb de tijger, ik ben onoverwinnelijk.
– Heeft er al iemand geprobeerd je te pesten?
– Ja, zegt Carlo. Maar ik heb luid gegromd, in zijn oor, dat hij zich koest moest houden, dat er anders iets vreselijks met hem zou gebeuren, dat ik hem tegen de muur zou knallen en in zijn buik zou stampen.
– En, vraag ik, heeft het geholpen?
– Ja, zegt Carlo, niemand, niemand heeft nog iets lelijks tegen me gezegd. Ze willen liever mijn vriend zijn. En dat is wat ik wil. En als dat zo is, dan is de tijger ook stil.
De tijger is Carlo’s verdediging, Carlo’s garantie op veiligheid op school. In zijn oude school was Carlo slachtoffer; dankzij het ontstaan van ‘de tijger in hem’ kan Carlo nu zijn angst overwinnen en zich verdedigen.
Het is ook nodig dat Carlo deze tijgerkracht vanbinnen voelt, in zichzelf, opdat hij niet meer als slachtoffer herkend en gebrandmerkt wordt. Carlo moet genoeg ‘tijger zijn’ om voor zichzelf te kunnen opkomen, om zich van zijn eigen angst los te maken en kans te maken op een normaal schoolleven.
* Correcte informatie over psychiatrische ziektebeelden zoals schizofrenie : Similes.
Geef een reactie