Abou is 27 en komt uit Guinée. Hij is gevlucht omdat homosexualiteit in zijn land een misdaad is. Homosexuelen worden er opgesloten, gemarteld en vermoord. Ook Abou en zijn vriend Majid zijn op een dag ‘betrapt’ en naar de gevangenis afgevoerd. Omdat ze wisten dat hun leven in gevaar was, zijn ze ’s nachts gevlucht. Tijdens deze vlucht is Majid gestruikeld. De politie heeft hem ingehaald en terug meegenomen. De dag erop is Majid gestenigd. Abou is blijven lopen, hij is wel ontsnapt. Hij zit nu, maanden later, tegenover mij. Zijn gezicht is asgrauw, en zijn ogen zijn zwart van verdriet. Abou zegt dat hij niet kan slapen. Omdat hij almaar aan Majid denkt, en aan hoe Majid gestorven is.
Het is meer dan ik kan verdragen, zegt Abou, er is te veel pijn vanbinnen. Het vreet me op.
Ween je veel?, vraag ik.
Nee, zegt Abou, en nooit langer dan 10 minuten. Alleen om de druk er even af te laten. Als ik langer zou wenen, zou ik instorten, niet meer kunnen ophouden en in mijn verdriet verdrinken.
Ja, zeg ik. Het is te veel. Te veel pijn om ineens te voelen.
Hoe zou het eruit zien als de pijn overloopt?, vraag ik. Als alle tranen die je nog zou moeten wenen, er in één keer zouden uitkomen, hoe zou dat eruit zien?
Het is een zee, zegt Abou, een donker meer, een grote plas zwart water aan mijn voeten.
Een plas zwart water aan je voeten. Abou, zeg ik, zou je, steeds als je aan Majid denkt, ook aan deze zwarte plas verdriet kunnen denken?
Waarom?, vraagt Abou. Gaat het me helpen?
Ja, zeg ik, het zal je helpen. Het lucht op. Als je de tranen die je niet in het echt kan wenen – omdat de pijn nog te groot is – in je verbeelding weent.
Abou heeft schrik van zijn verdriet. De pijn is zo groot dat hij enkel in stukjes kan wenen: als een vat dat steeds weer overloopt. De schrik voor de pijn weerhoudt Abou ervan zijn verdriet te verwerken: er mee bezig te zijn, er woorden op te plakken, het te delen, troost te vinden … om de pijn beetje bij beetje te verzachten, en misschien, ooit, op een dag los te kunnen laten. De omweg via de verbeelding kan Abou helpen zijn verdriet te bevatten – in plaats van erdoor overweldigd te worden, en zijn pijn zelf te reguleren, – in plaats van erdoor verteerd te worden.
22 november 2016 bij 07:13
Ik voel mee omdat dit ook zo bij mij is, niet volledig door kunnen huilen, bang dat ik verdrink in verdriet. En dit gedicht vloeit hieruit voort. Dank!
Een zwarte zee
een zwarte zee aan mijn voeten
gevuld met tranen van verdriet
dat beeld heb ik steeds voor mij
wanneer ik aan je denk
ja denken doe ik dagelijks
en vraag mij telkens af, hoe
lang zal het nou duren voordat
de zee mijn voeten raakt
ja raken zal het zeker
en tranen blijven vloeien
het blauwe water jou opgeslokt
is zwart, pikzwart van alle rouw
Jeannine Winklaar nov 2016
22 november 2016 bij 11:03
dankje, jeannine, voor het delen – het is een mooi en intens gedicht
22 november 2016 bij 13:07
Dank je Ybe. Graag gedaan.