Michel is blij, heel blij. Hij kan terug naar zijn land, zegt hij, naar Mali. Hij vertrekt volgende week. Hij kan bijna niet wachten tot het zover is. Zijn dorp is bevrijd door de Fransen. Eindelijk.
Ik herinner me de eerste keer dat Michel mijn kantoor in het asielcentrum binnenkwam als was het gisteren. Fluisterend en met gebogen hoofd vertelde hij me zijn verhaal. Niet één keer kruiste zijn blik de mijne. Ik begreep al snel waarom: sinds zijn dorp door fundamentalistische islamieten werd ingenomen was een vrouw aankijken, of met een vrouw praten op straat levensgevaarlijk. Zijn beste vriend deed het toch – hij werd op het marktplein ingegraven en gestenigd. Op een dag werd aan alle mannen van het dorp gevraagd het christendom af te zweren en de nieuwe godsdienst aan te nemen. Michels vader, 84 jaar, weigerde. Hij werd voor de ogen van zijn zoon geëxecuteerd, en zijn lijk werd in de woestijn gedumpt als voer voor de gieren.
“Ik kan er niet bij, zei Michel toen, het is één lange vreselijke nachtmerrie. Mijn dorp is van de ene dag op de andere veranderd. Van een veilige plek, waar iedereen iedereen kende, waar je praatte met wie je maar wilde op straat, waar jongens en meisjes samen naar school gingen – naar een dorp waar iedereen in angst leeft, waar mannen niets meer durven zeggen tegen elkaar, waar vrouwen gesluierd rondlopen en zich opsluiten in hun huizen. Hoe kan dat nu? En waarom helpt niemand ons? Maandenlang al nemen de moslimfundamentalisten dorp na dorp in en verspreiden hun terreur. Ze vermoorden onze vaders en zonen, en verkrachtten onze vrouwen en dochters. En niemand, niemand die iets doet. De regering, de politie: niets. Algerije, Frankrijk, de internationale gemeenschap: niets. En ook God: niets, helemaal niets.” Oorlog, wanhoop, onmacht, onrechtvaardigheid – hoe help je iemand zoiets dragen?
Diezelfde avond zag ik op het nieuws dat Frankrijk Mali was binnengevallen. Ik dacht aan Michel en werd bijna blij. Het was de allereerste keer dat het uitbreken van een oorlog me hoop gaf…
De week erop, na ons tweede gesprek, zegt Michel ‘au revoir’ zoals hij dat al decennia lang doet: met een glimlach en drie kussen. Dat voelt goed!
* Meer verhalen over Mali vind je op de site van United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs.
Geef een reactie