Marja komt naar hier wegens problemen in haar huwelijk. Ze wil graag wat sterker in haar schoenen staan naar haar man toe, gemakkelijker en vooral op tijd ‘nee’ kunnen zeggen, – want nu is het zo dat ze eerst opkropt wat haar stoort, om later met een woede-aanval haar gal te spuwen.
Bij het bespreken van de echtelijke ruzies komt al gauw bovendrijven dat er van in het begin een haar in de boter zat. Enkele maanden na de huwelijksdag bleek Marja zwanger te zijn. Voor Marja een blije verrassing, voor haar man ongewenst, ongewild. Hun eerste grote conflict. Na lang aandringen en veel twijfelen heeft Marja een abortus laten uitvoeren. De herinnering aan die dag is vreselijk: de ingreep was erg pijnlijk, en Marja voelde zich lichamelijk en geestelijk gebroken. Bij haar man was er alleen opluchting. Veel begrip voor hoe het haar verging heeft Marja niet gekregen, niet van haar man, en ook niet van iemand anders – want uit schaamte heeft Marja het aan niemand verteld, niemand in vertrouwen genomen, en er ook met haar man nooit meer over gesproken.
Nu, 14 jaar en twee kinderen later, zit Marja er nog steeds heel verdrietig bij. Ze zegt: “In mijn hoofd heeft de baby zelfs een naam: Emanuel – de naam van een engel… Eigenlijk is mijn huwelijk daar al gestopt. Daar zat het al helemaal fout. Erna ben ik nooit meer dezelfde geweest: eerst jaren depressief, en daarna, toen ik me beter voelde, is die woede komen opzetten. Er gaat geen week voorbij zonder dat ik op mijn man roep. Altijd als hij iets doet of zegt waar ik niet mee akkoord ga, word ik ongelooflijk boos vanbinnen. En hoe hard ik ook probeer mijn woede in te houden, het lukt me niet – op een bepaald moment moet het er gewoon uit…”
De woede die Marja voelt, dateert al van 14 jaar geleden. Het is de woede om de abortus, om haar ongeboren kind. Daar is het echtelijk ruziepatroon ontstaan: hij die aandringt, zij die toegeeft, daar later spijt van krijgt en dan boos wordt op hem. En diep verscholen onder de echtelijke ruzies ligt Marja’s verdriet. Niet geleefde, en dus onverwerkte rouw om het verlies van haar kind. En nog een laag dieper, onder het verdriet, ligt de liefde – de moederliefde die Marja voor haar ongeboren zoon Emanuel voelt. Marja zal, om innerlijk rust te vinden, door al die verschillende lagen heen moeten. Doorheen de woede, het verdriet en de pijn. Op zoek naar de liefde en haar helende kracht.
Geef een reactie